Beperking inhuur kan eenvoudig de bezuinigingsproblemen van Leeuwarden oplossen

Bezuinigingspotentieel Leeuwarden – Ambtenaar sprak niet over inhuur

Beperking inhuur kan eenvoudig de bezuinigingsproblemen oplossen

Waarom zo geheimzinnig over Mid Term Review (MTR)?

(Van een reporter)

De begroting 2020 van de gemeente was ‘beleidsarm’ – werd ons vorig jaar verteld. Het wachten was eerst op de Mid Term Review (MTR) mei/juni 2020. Op basis daarvan moesten keuzes worden gemaakt. En dan moesten ook nadere besluiten vallen over nieuwe bezuinigingen, zo’n 10 miljoen. Maar eerst een evaluatie van wat er terecht is gekomen van het college-programma – halverwege de rit. Die evaluatie is er nog steeds niet.

Er is – ter voorbereiding op het echte debat – informatie verstrekt, zoals een presentatie van een hoge ambtenaar op 26 februari. Liwwadders informeerde al enkele malen hoe de planning voor de MTR – door b. en w. en de raad zelf steeds van grote importantie genoemd – nu gaat verlopen in verband met de coronabeperkingen. Er kwamen slechts ontwijkende antwoorden. Persvoorlichting wist het nog niet. We vragen blijkbaar te veel .Waarom zo geheimzinnig? Iedereen heeft begrip voor de moeilijkheden, maar er kan er toch wel iets concreets worden gezegd? Het publiek wacht in spanning. Of het haakt af, nog sterker dan al het geval was.

We noemden de presentatie van een hoge financieel ambtenaar op 26 februari. Daarin wordt het bezuinigingspotentieel van de gemeente ingeschat op potentieel € 90 miljoen. Het totaal van de gemeentelijke lasten bedraagt op dit moment € 539 miljoen. De ambtenaren zeggen dus dat maar liefst € 449 miljoen niet in aanmerking komen voor bezuinigingen. Waarom niet? Ja, glashelder werd dat bepaald niet. Het heeft te maken met wettelijke voorschriften, kapitaallasten, onderdelen waar nog te realiseren taakstellingen op rusten, en ‘verplichtingen’. Er zaten ook redeneringen in, van liever niet. Of, dat is te moeilijk.

De raadsleden werden – zo oordeelden enkele mensen op de tribune – eerder als kinderen dan volwassenen behandeld. Welke ambtelijk en/of politiek ingegeven voorkeuren – spelend binnen het apparaat, dat uiteraard in frequent contact staat met vooral de wethouders – in een analyse als deze meespelen, is een boeiende vraag.

Een onafhankelijke second opinion zou niet misstaan.

Het ambtelijk overzicht, wat er aan bezuinigingen wel en niet zou kunnen, en binnen welke programma’s, zag er zo uit, in miljoenen euro’s:

Programma                                  Lasten                               Niet                         Wel

Jeugdzorg/ Maatsch.                   153,6                               148,9                       4,7
ondersteuning

Werk en inkomen                         124,6                              106,9                       17,7

Sociale basis                                    59,4                              40,9                         18,5

Overhead                                         40,8                              40,8                            0

Economie/toerisme                      43,6                               30,0                         13,7

Wonen en milieu                           23,9                               20,7                           3,3

Beheer/ leefomgeving                  46,2                               18,0                         28,2

Over elk onderdeel zou een stortvloed aan vragen te stellen zijn. Het gebeurde niet. De stemming onder de raadsleden leek nogal apathisch. Daarvoor hebben we niet op hen gestemd, natuurlijk.

In elk geval toonde de – toen nog – fractievoorzitter van de PvdA, Lutz Jacobi zich verbaasd over het bezuinigingspotentieel van 0 euro bij de overhead. Het gaat hier om het personeel, het apparaat kortgezegd. Waarom deze 0. Het antwoord was: er liggen al bezuinigingstaakstellingen voor het apparaat, die nog verder moeten worden ingevuld. Een beetje vreemd, want er is steeds gemeld, dat de bezuinigingsopgave van het collegeprogramma voor 2018 en volgende jaren, 2,3 miljoen euro bedroeg. Dit bedrag viel, zo rekende de gemeente ons voor, eenvoudig te behalen met een formatiereductie van 30 fte. En die kon bereikt worden doordat er toch nogal wat mensen met pensioen gingen en gaan. Die plaatsen worden dan niet ingevuld, of er wordt intern, met wat verschuiving en aanpassing van functies, in voorzien. Een fluitje van een cent, werd tot voor kort bericht. Nu bleek er volgens de ambtenaar toch meer aan de hand, maar wat precies, werd niet toegelicht. Lutz Jacobi deed er helaas ook het zwijgen toe.

Hoeveel mensen werken er bij de gemeente.

Het bezit aan gemeentelijk personeel wordt tegenwoordig uitgedrukt in fte’s ( full-time-equivalent).

In 2018 telde de gemeente – volgens de jaarstukken – 1.410 fte’s. In 2017: 1.361, in 2016: 1.181 en in 2015 1.162. De laatste jaren dus een groei. In 2011 moesten we het doen met 1.061 fte. Uiteraard spelen er allerlei factoren mee: gemeentelijke herindeling, toename taken gemeente door het sociaal domein, bezuinigingen e.d., uitbesteding van taken. Behalve de recente bezuinigingen (huidige collegeprogramma) beleefden we dankzij het collegeprogramma 2011–2014 een bezuiniging op het personeel van € 6,4 miljoen, overigens ook uitgesmeerd over enkele jaren na 2014.

In de jaarstukken vinden we korte overzichten van wat er wel en niet werd gerealiseerd. “Het doet pijn”, wordt opgemerkt, maar blijkbaar ook weer niet zoveel dat de wal het schip keerde. Er is behalve de bereikte inkrimping, ook sprake van een forse inzet van ‘frictiemiddelen’. En ‘ínhuur’ is een methodiek. Hoe dan ook zien we vanaf 2011 t/m 2014 in fte’s vrijwel stabiliteit. En daarna geleidelijke groei. Je kunt dus ook inkrimpen en tegelijk stabiel blijven of groeien. Lutz Jacobi mag het wel eens goed analyseren.

De personeelslasten

Er zijn meer cijfers beschikbaar. De jaarrekeningen verschaffen informatie over de personeelslasten. Over welke bedragen gaat het dan:

2011 € 62.9 mln. waarvan inhuur: € 9,3 mln.

2012 € 66.669 waarvan inhuur : niet vermeld

2013 € 67.285 waarvan inhuur: € 13.737

2014 € 71.965 waarvan inhuur: € 14.309

2015 € 75.588 waarvan inhuur: € 17.372

2016 € 81.921 waarvan inhuur : € 21.383

2017 € 85.769 waarvan inhuur: € 23.215

2018 € 92.210 waarvan inhuur: € 18.920

De lasten van het personeel voor de gemeente – opgebracht uit publieke middelen en belastingen, de burgers dus– zijn dus tussen 2011 en 2019 toegenomen met € 30 miljoen. Dat is niet gering. Zeer opvallend is ook het blijvend groeiende aandeel van de inhuur van personeel.

Alleen in 2018 zien we voor het eerst een teruggang. Opwekkingen vanuit de raad om dit onderdeel, waaronder de gevreesde inhuur van dure adviseurs, te beperken – we herinneren ons in elk geval Jan Van Olffen (Verenigd Links, daarvoor PvdA) over dit onderwerp – hebben evident weinig uitwerking. Het is een probleem dat in veel gemeenten speelt. Er is ooit de Roemer-norm op landelijk niveau ingevoerd die beoogt de inhuur te beperken tot 10% van de loonsom.

Buma en Feitsma

Als we deze norm op Leeuwarden loslaten, dan slagen Buma c.s. niet voor het examen. Nu zit Buma er nog niet zo lang. Wie er wel al lang zit is de wethouder financiën, Feitsma (PvdA), die hier als eerstverantwoordelijke mag worden aangesproken. Heeft hij de bedrijfsvoering wel voldoende in de hand?

Met deze cijfers, kan Lutz Jacobi best een motie indienen, die eist (niet vragen want dan helpt het zeker niet) die eist dus de inhuur van personeel in Leeuwarden terug te brengen tot 10%. De gemeente verdient dan ongeveer € 10 miljoen. De bezuinigingen, die –als noodzakelijk op tafel kwamen – los van de corona-crisis – zijn dan gerealiseerd.

Twee vliegen in één klap : we voldoen aan de Roemer – norm en we hebben de bezuinigingen binnen.

Slotopmerking

Wat is gemeentelijk personeel en wat niet. Als voorbeeld: de BV Sport ontvangt jaarlijks een fors subsidie van de gemeente. Zo is onlangs ruim € 7 miljoen toegekend. De gemeente is de enige aandeelhouder. Je zou kunnen zeggen dat het personeel van de BV Sport eigenlijk mag worden gerekend onder het gemeentelijk personeel. Als ‘losse bv’ telt BV Sport niet mee in het aantal personeelsleden van de gemeente, zo stelt persvoorlichting. Maar ze worden wel door de gemeente betaald.

Lang geleden was sport gewoon een gemeentelijk onderdeel. Via een BV wordt het anders? De BV Sport werkt momenteel met 220 medewerkers, waarvan 160 vast en 60 flex. Zo is ons meegedeeld door persvoorlichting. Volgens de door ons geraadpleegde site van BV Sport zou het gaan om 140 medewerkers. Allerlei verwarring meteen al over aantallen medewerkers. Zo geteld, scheelt het meteen al zo’n 60 medewerkers, die voor rekening van de gemeente komen

Hetzelfde geldt voor een organisatie als Amaryllis ( wijkteams) die volledig wordt gesubsidieerd door de gemeente. Onderbrenging van de wijkteams (sociaal domein) bij een zelfstandige organisatie levert volgens een studie van het CPB hogere kosten op voor de gemeente. Er zijn daarnaast allerlei samenwerkingsverbanden en clubs, zoals de FUMO, waar gemeentelijke taken zijn ondergebracht. De berekeningen hoe groot de gemeentelijke organisatie is, wat het kost en wat het oplevert, is daarmee gecompliceerd. Gecompliceerd en ondoorzichtig.
Hier is nog veel goed werk te doen.

Daarvoor hoeven niet dure bureaus ingeschakeld. Bijvoorbeeld oud-raadsleden als Feddema en Van Olffen weten van de hoed en de rand. In het kader van de participatie: iedereen moet meedoen.