Hoe goed boert Leeuwarden financieel nu eigenlijk – Analyse van de jaarrekening 2014

De gemeente Leeuwarden rapporteert over 2014 een positief resultaat van EUR 3,6 miljoen. Tegelijkertijd neemt het eigen vermogen ten opzichte van 2013 af met EUR 5,5 miljoen naar EUR 75 miljoen. Dit roept vragen op. Je zou mogen verwachten dat bij een dergelijk positief verhaal het eigen vermogen toeneemt. Liwwadders dook voor u in de jaarstukken 2014 van de gemeente.

Omvang

De jaarstukken 2014 beslaan 296 pagina’s en zijn mits mei 2015 aangeleverd. Duidelijk zichtbaar: hier is intern veel werk en aandacht aan besteed. De jaarstukken 2013 besloegen nog 408 pagina’s. Een reductie bedraagt een kwart en dat is puike prestatie. Voor 2015 is de uitdaging weer een kwart van de pagina’s eraf te halen. Reduceer de kwantiteit en ga voor kwaliteit! Dit moet kunnen.

Europese tradities

In Nederland heeft onze overheid, op alle niveaus, een goede traditie ten aanzien van het deugdelijk op orde hebben van het financieel-administratieve beheer. Uniek ten opzichte van de overheden van andere landen binnen de Euro-zone, waar het opstellen van jaarrekeningen niet, beperkt of ondermaats plaatsvindt. Hoe goed kun je dan verantwoording afleggen? En ook, overigens, is het fatsoenlijk opstellen van een begroting en budget erg lastig als je niet de beschikking hebt over een adequate jaarrekening als basis.

In Groot-Brittannië en in Scandinavië pakt de overheid het financieel-administratieve beheer ook serieus aan. Op Finland na hebben ze hun eigen munt behouden, destijds voorzienbaar en zeker achteraf een zeer verstandige keuze. Ook opvallend de landen die het beheer op orde hebben, zijn netto-betalers (betalen meer aan Brussel dan ze terugontvangen) en lijken ook geconfronteerd te worden met de grootste (contributie) naheffingen uit Brussel. Toch eens iets om te onderzoeken; lopen we in ons eigen zwaard met ons goede beheer; smeekt Den Haag (in het bijzonder het Europese koningskoppel Rutte/Dijsselbloem) om een naheffing, is het verstandig dat onze Minister van Financiën ook de Euro-groep voorzit, etc.?

Leeuwarden

Tot zover de macro-economische verkenningen. Terug naar Nederland en Leeuwarden. Nadat de jaarstukken zijn ingeleid volgt in hoofdstuk 2 het jaarverslag (de beleidsverantwoording van B&W). Per hoofdprogramma (sociaal, fysiek, veilig en bestuur en middelen) vindt uitgebreide verantwoording plaats, die zijn opgebouwd uit verschillende deelprogramma’s. In de verantwoording niet alleen de financiën maar ook toelichting en analyse op de cijfers, andere belangwekkende ontwikkelingen en overige (kwantitatieve) informatie. Apart aandacht is voor (overkoepelde) thema’s zoals: Culturele Hoofdstad (mag natuurlijk niet ontbreken, of anders gezegd: wordt te pas en te onpas er met de haren bijgesleept), lokale lasten, werkgelegenheid, etc.

In hoofdstuk 3 komt de jaarrekening aan bod: de balans, de overzicht van baten en lasten en de toelichting daarop, inclusief de grondslagen voor waardering en resultaatbepaling. De jaarrekening, onderdeel van de jaarstukken, is op 13 mei 2015 gecertificeerd door de accountant PWC (kantoor Arnhem). Wat van ver komt, moet wel goed zijn.

Ontbreken vergelijkende cijfers

We missen in de het jaarverslag, maar ook in het overzicht van baten en lasten, vergelijkende cijfers over 2013. Dit kan te maken hebben met de integratie van Boarnsterhim per 1 januari 2014 maar voor het jaarverslag 2015 moet het opnemen van de vergelijkende cijfers over 2014 een topprioriteit zijn. Het sterkste wapen (cijferbeoordeling) ter beoordeling de jaarrekening is hierdoor maar ten dele inzetbaar. Met andere woorden een heldere vergelijking is niet mogelijk. Men had dit moeten toelichten.

Aansluitingen

Ook het aansluiten van de cijfers uit het jaarverslag (hoofdstuk 2) met het overzicht van baten en lasten is lastig (hoofdstuk 3). Dit kan te maken hebben met de aparte regel ‘mutaties bestemmingsreserves’ en ‘algemene reserve’ die in de resultatenrekening er doorheen fietsen. Je kan je principieel sowieso afvragen of mutaties in het eigen vermogen (reserves) in het resultaat verwerkt worden. De jaarrekening is opgesteld volgens ‘Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten’ (BBV). Prima, goed dat het er is en ongetwijfeld zijn deze richtlijnen in acht genomen. Inzichtelijk is het allemaal niet. Zo is het resultaat 2014 voor de mutaties in de reserves is EUR 12 miljoen negatief en na de mutaties in de reserves EUR 3,6 miljoen positief. Hier begint het verhaal voor de Bühne een beetje te werken.

Laat het maar zien

De realisatie 2014 (rekening 2014) wordt geanalyseerd ten opzichte van de begroting, aangepaste begroting en turap (tussenrapportage). Natuurlijk moet dat, want B&W moeten opereren binnen de (financiële) kaders zoals die door de Gemeenteraad zijn vastgesteld. Voor de geïnteresseerde burger is het allemaal wel moeilijk te volgen. Of eigenlijk niet te volgen. Misschien nog eens begroting voor dummies?

Op dit punt is zeker verbetering mogelijk: werk met vergelijkende cijfers (realisatie boekjaar-begroting-realisatie vorig boekjaar) en analyse huidig boekjaar met vorig boekjaar. Haal het polderden uit de jaarrekening; ga niet oneindig door met het aanpassen van de begroting zodat die werkelijkheid wel gaat benaderen maar laat de verschillen met oorspronkelijke begroting maar zien en analyseer ze. Datzelfde geldt voor interne doorbelastingen en toerekeningen (waaronder rente): doe het niet of hou het erg simpel. Laat de verschillen maar zien! Volg de Angelsaksische praktijk.

Lokale heffingen

Een apart hoofdstuk is gewijd aan de lokale heffingen. Uit de opgenomen tabel blijkt dat de heffingen fors stijgen van EUR 52 miljoen (2013) naar EUR 57,5 miljoen in 2014. Begroot voor 2014 was overigens EUR 58,5 miljoen. De lasten zouden toch niet stijgen? Het lijkt er echter op dat in de cijfers 2013 alleen Leeuwarden is meegenomen, exclusief het stuk Boarnsterhim dat per 1 januari 2014 is toegetreden tot de gemeente Leeuwarden. Dit maakt de vergelijking troebel. Dit geeft dus aan hoe belangrijk het is om goede vergelijkende cijfers op te nemen in de jaarrekening.

Cor Boonstra – Een feestje voor intimi

Hoe komt het resultaat nu tot stand? En wat zegt het resultaat ons eigenlijk nou? Het lijkt op een feestje voor intimi. Een deskundige buitenstaander zal moeite hebben met het doorgronden van met name de baten en lasten. Zeker weten dat het voor raadsleden ook een flinke kluif is om dit bord spaghetti te verorberen. Net zoals de oud Leeuwarder Cor Boonstra het bij Philips zag, toen hij aantrad als topman; een complexe structuur die lijkt op een bord vol spaghetti.

Waar is de balans?

Dan maar naar de balans per 31 december 2014, inclusief vergelijkende cijfers 2013. Voor de cijfers 2013 is een keurige consolidatie opgenomen waarin de balans per 31 december 2013 van Leeuwarden en Boarnsterhim zijn verwerkt. Voor de beoordeling van de financiële positie van de gemeente is de balans van ultiem belang, met name in relatie tot de risico’s die de gemeente loopt. Deze onderkende risico’s zijn overigens keurig verwoord en gekwantificeerd in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing. Onderkende risico’s zoals de gemeente die signaleert, maar de crux zit in de volledigheid van de risico’s waar men twee kanten mee opkan: risico’s die echt niet te voorzien zijn en risico’s die men niet wil zien. Onderstaande cijfers zijn afgerond in miljoenen, tenzij anders vermeld en ontleend aan de jaarrekening 2014.

Klappen

Het eigen vermogen moet eventuele klappen opvangen. Heeft de gemeente Leeuwarden genoeg eigen vermogen? We meldden al dat het eigen vermogen is gedaald van EUR 80 miljoen naar EUR 75 miljoen ultimo 2014 op een balanstotaal van EUR 576 miljoen. Het eigen vermogen is circa 13% van het balanstotaal (solvabiliteit ultimo 2013 is 14%). Zo op het eerste gezicht niet overdreven veel maar volgens het jaarverslag wel voldoende om de gekwantificeerde risico’s op te vangen. Overigens is in 2012 door middel van ‘omgekeerde balanssanering’ het eigen vermogen met miljoenen opgekrikt. Of daar iemand weer op zitten te wachten is, voorzichtigheidshalve, maar zeer de vraag. Een omgekeerde balanssanering is een heel bijzondere move die destijds de gemeente op veel kritiek kwam te staan.

Appels en peren

Appels en peren vergelijken mag eigenlijk niet, maar doe nu eens gek. Kunnen we de gemeente vergelijken met een bank? Er zijn zeker raakvlakken. Zo neemt de gemeente speculatieve posities in (bouwgrond) en wat te denken van de door de gemeente verstrekte garanties. De solvabiliteit van de gemeente ligt door de bank genomen wel hoger dan de gemiddelde bank. Maar is het genoeg? Wat zijn nu de grote en opvallende posten op de balans debet van in totaal EUR 576 miljoen. We pellen de balans af.

Economisch nut

EUR 282 miljoen ‘materiële vaste activa met een economisch nut’ (2013: 262 miljoen). Het betreft activa die verhandelbaar zijn en/of kunnen bijdragen aan het genereren van middelen. Dit betreft onder meer: onderwijsgebouwen, sportvoorzieningen, stadskantoor, parkeergarages, Watercampus, divers onroerend goed, inventaris en apparatuur en rioleringen voor EUR 45 miljoen. De riolering is niet (eenvoudig) verhandelbaar maar levert natuurlijk wel veel geld op voor de gemeente.

In de toelichting op deze activa is de (getaxeerde) actuele waarde niet vermeld. De WOZ waardes zijn ongetwijfeld bij de gemeentelijke belasting afdeling bekend. Vermelding levert veel extra inzicht op; zijn de gehanteerde waardes nog reëel en vermelding kan dienen om sturing te geven aan het actuele proces over het afstoten van gemeentelijke bezittingen.

Maatschappelijk nut

EUR 51 miljoen ‘investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut’ (2013: 43 miljoen). Zoals voorzieningen verkeer en water: haak om Leeuwarden, verkeersregelinstallaties (stoplichten), etc.

Verbonden partijen en Blitsaerd

EUR 27 miljoen ‘financiële vaste activa’ (2013: 29 miljoen). Het betreft organisaties en bedrijven waarin de gemeente deelneemt (verbonden partijen) en verstrekte leningen aan derden (bijvoorbeeld Leenbijstand EUR 8 miljoen) maar ook aan verbonden partijen. Hieronder staat ook het 50% kapitaalbelang van ruim EUR 2 miljoen in het woningbouwplan Blitsaerd.

De jaarrekening vermeldt dat de grondverkoop in Blitsaerd zwaar is gestagneerd en het project een hoog risicoprofiel heeft. Desgevraagd deelt de gemeente mee dat het financiële risico beperkt is tot de genoemde EUR 2 miljoen. Overigens is hiervoor in de balans een voorziening getroffen die in mindering is gebracht op de financiële vaste activa.

Maar is het risico wel beperkt tot de EUR 2 miljoen? Wat nu als de partner in Blitsaerd, de Wind Groep uit Drachten, het niet meer trekt. Niet te hopen, maar ook niet ondenkbeeldig, gezien de recente publicaties en de financiële gevolgen daarvan voor de gemeente Smallingerland. Moet de gemeente dan zelfstandig Blitsaerd uit het slop trekken en wat zijn daarvan de kosten? Recent heeft ook Deloitte in een algemeen onderzoek inzake deze publiek-private samenwerkingen in gemeenteland gewaarschuwd voor dergelijke risico’s.

Andere verbonden partijen met een hoog risicoprofiel zijn: Cultureel Centrum De Harmonie (waar de gemeente gehouden is eventuele exploitatietekorten aan te vullen), Stichting Proloog scholen, sociale werkvoorziening Caparis en het WTC. De gemeente heeft nog EUR 4 miljoen te vorderen van het WTC terwijl het verlies van het WTC over het boekjaar 2013/2014 EUR 12 miljoen bedraagt en het eigen vermogen is gedaald naar EUR 11 miljoen negatief per 31 mei 2014. Een grote klok zou moeten gaan luiden bij het WTC. Waar moet dit heen?

Grootgrondbezitter in het zuiden

Voorraden EUR 157 miljoen (2013: 147 miljoen), bestaande uit gronden woningbouw EUR 137 miljoen (95% heeft betrekking op de Zuidlanden), gronden bedrijfslocaties EUR 4 miljoen (netto contante waarde nihil), niet in exploitatie genomen bouwgronden EUR 10 miljoen en onderhanden werk EUR 6 miljoen. Voor bepaalde (direct aantoonbare verliesgevende) projecten zijn voorzieningen getroffen die in mindering op de activa zijn gebracht.

Leeuwarden is absoluut en zeker relatief een van de grootste grootgrondbezitters in gemeentelijk Nederland. We staan in de top 3. Toch nog ergens in de top. Ook vóór de crisis verbaasden diverse onafhankelijke kenners van de vastgoed- en ontwikkelingsmarkt zich over de ongebreidelde koopwoede van de gemeente. Destijds onder aansturing van de wethouders Arno Brok (VVD), Peter den Oudsten (PvdA) en Roel Sluyter (PvdA), thans alle drie respectievelijk burgemeester te Dordrecht, Groningen en Harlingen. Hoera!

De netto contante waarde van de resultaten gronden woningbouw bedraagt volgens de jaarrekening EUR 4 miljoen voordelig. Dat wil kort door de bocht zeggen dat de verwachte opbrengsten (verlengd tot en met 2036, jaja 2036) minus de reeds gemaakte kosten (thans geactiveerd) en de nog te maken kosten (meer dan EUR 150 miljoen), een verwacht positief resultaat geeft van EUR 4 miljoen. Dit bedrag oogt flinterdun als je het afzet tegen de omvang van de investeringen. Bij een negatieve contante waarde komt afwaardering van de grondpositie in beeld. Bij dergelijke berekeningen valt en staat het met de veronderstellingen. Wat nu als de rente stijgt?

Het grondbeleid en de posities zijn toegelicht in een aparte paragraaf. In april 2015 heeft het adviesbureau Metrum een second opinion opgeleverd voor de Zuidlanden. Het gehanteerde programma (volume, planning en segmentering) en parameters (kostenstijging, opbrengstenstijging en rente) zijn onder de loep genomen. Het goede nieuws is dat de gemeenteraad rond de zomervakantie 2015 de heroriëntatie een hercalculatie Zuidlanden krijgt voorgeschoteld.

Duidelijk is dat Leeuwarden de komende jaren meer dan genoeg grond heeft voor woningbouw. De tijd is voorbij dat met de winsten uit de grondexploitatie leuke andere dingen gedaan kunnen worden. Ook zou het aankopen van nieuwe grond moeten stoppen. In 2014 is voor EUR 2 miljoen grond gekocht. Laat dit over aan particuliere partijen en anders maar minder of geen nieuwbouw. Bouw eerst de bestaande nieuwbouwlocaties vol en heb daarbij oog voor de bestaande woningvoorraad. In Leeuwarden staan nog steeds erg veel woningen te koop. Het aanbod neemt de laatste tijd zelfs toe, ook doordat de nieuwbouw weer uit de startblokken komt. Het herstel is erg pril. Griekenland kan zo roet in het eten gooien. Maar achteromkijken moet je doen om lering te trekken voor de toekomst. Dit is fenomeen is helaas slecht ontwikkeld bij politici.

De niet in exploitatie genomen bouwgronden en onderhanden werk bedragen in totaal EUR 16 miljoen. De mutaties per project zijn toegelicht maar we missen veelal een toelichting op de standen ultimo 2014 (waaronder nogal wat negatieve bedragen) en de duiding wanneer deze projecten afgelopen zijn. Ter beheersing is het zaak om op tijd resultaat te nemen dan wel over te gaan tot het overboeken naar vaste activa.

Kortlopend werk

De rest van de balans debet EUR 59 miljoen (2013 81 miljoen) wordt gevormd door kortlopende vorderingen, liquide middelen (nihil) en overlopende activa. Eind 2014 bedragen de vorderingen bijstandsverlening EUR 10 miljoen en de belastingvorderingen EUR 4 miljoen. Voor beide is voor ongeveer een derde deel een voorziening getroffen. Kennelijk betaalt niet iedereen (op tijd) zijn belasting en de ten onrechte ontvangen uitkering wordt niet altijd (op tijd) terugbetaald.

Frictie in het eigen vermogen

Dan naar de balans credit. Het eigen vermogen van in totaal EUR 75 miljoen (2013 EUR 80 miljoen) bestaat uit de algemene reserve EUR 15 miljoen, bestemmingsreserves EUR 56 miljoen en het (onverdeelde) resultaat 2014 EUR 4 miljoen. We tellen ongeveer 20 verschillende bestemmingsreserves. Dat zijn reserves voor een specifiek doel, waaraan de raad een specifieke bestemming gegeven heeft. Sommige zijn duidelijk, zoals de reserve voor grondexploitatie van EUR 9 miljoen om algemene risico’s van grondplannen op te vangen. Maar wat te denken van de reserve ‘Frictiemiddelen’ met als doel ‘Dekken v. frictiekosten a.g.v. invullen taakst.’ van EUR 2 miljoen. Wat moeten we hiermee?

Wat is de systematiek van al die stortingen en onttrekkingen? Loopt dit via het resultaat of zijn het rechtstreekse mutaties of beide? Zegt u het maar. Het is tijd om eens opruiming te houden in al die reserves. Maak het recht toe recht aan en geef een duidelijke bestemming of willen onze politici dat niet?

Wat een voorzieningen

Dan de voorzieningen van EUR 52 miljoen (2013 EUR 44 miljoen). Ja echt, we tellen circa 30 verschillende soorten voorzieningen. Zoals onderhoud gebouwen, onderhoud wegen, baggeren, riolering, bovenwijkse voorzieningen maar ook de voorziening arbeidsgerelateerde kosten EUR 17 miljoen (2013 EUR 9 miljoen). Die laatste bestaat onder andere uit: pensioenverplichtingen voormalig personeel van de brandweer EUR 7 miljoen (nieuw in 2014) en EUR 6 miljoen pensioen voormalige bestuurders. Ja, ja, het mag wat kosten. De bezem moet ook maar eens flink door de voorzieningen. Ieder jaar denken we in dit kader met gemengde gevoelens aan Loekie van Maaren-Van Balen en de anderen.

Stabiele leningen

De gemeente heeft vaste (langlopende) leningen voor EUR 368 miljoen (2013 EUR 371 miljoen). Er is een aparte paragraaf inzake financiering waarin de gemiddelde rente is aangegeven. Maar wat meer informatie in totaal en per lening is welkom, zoals rentepercentage, looptijd, aflossing en zekerheden. We zien (gelukkig) niets over derivaten.

Vlotte betaler

De vlottende passiva bedragen EUR 81 miljoen (2013 EUR 68 miljoen). Deze bestaan onder ander uit crediteuren, rood stand bij de Bank Nederlandse Gemeenten EUR 33 miljoen en nog een heel regiment te betalen bedragen. Zeker een eervolle vermelding waard: ten opzichte van andere gemeenten en overheden is Leeuwarden een vlotte betaler. Hulde!

Meer dan 1 miljard Euro

Na de balans volgen de altijd erg interessante ‘niet uit de balans blijkende verplichtingen’. Leeuwarden heeft in totaal EUR 1.013 miljoen (2013: 991 miljoen) aan leningen van derden gewaarborgd. Ja, echt meer dan een 1 miljard Euro! Je moet er niet aan denken dat de garanties tegelijkertijd worden ingeroepen, maar zo’n vaart zal het wel niet lopen. Het is en blijft toch bijzonder dat de banken zo verzot zijn op garanties van gemeenten, als banken aan derden een financiering verstrekken. Als het echt tegenzit dan kunnen gemeenten die verliezen nooit ophoesten. Dan moeten de gemeenten dus bij hogere overheden aankloppen. En die zullen uiteindelijk u als belastingbetaler aanspreken. Tja, onze banken hebben het goed voor elkaar. We hebben hier weer een staatsgarantie voor hen te pakken.

Een garantie van de gemeente is aantrekkelijk: zo kun je sneller lenen of alleen door de garantie krijg je de gewilde lening, en meestal betaal je een lagere rente of krijg je anderszins gunstige voorwaarden. Wie krijgen nu die garanties? EUR 667 miljoen betreft garanties hypotheken (Nationale Hypotheek Garantie, het overkoepelende orgaan van de aloude gemeentegarantie voor particuliere woninghypotheken), Waarborgfonds Sociale Woningbouw EUR 312 miljoen (het WSW garandeert in de eerste plaats de leningen die met name Elkien en WoonFriesland opnemen, waarbij de gemeente als achtervang, indirecte borgsteller optreedt) en overige EUR 35 miljoen (onder andere Medisch Centrum Leeuwarden en Cambuur).

Dan naar de bijlagen van de jaarstukken 2014. Ook daar een aantal belangwekkende zaken.

Apparaatskosten

Uit het overzicht personele sterkte 2014 blijkt dat de formatie eind 2014 1.090,89 fte (functie tijd eenheden) bedraagt. Dat is 4,41 fte meer dan eind 2013. Het is vreemd dat het aantal stijgt, want er zou toch bezuinigd worden? Er is zelfs aangekondigd dat er minimaal 100 banen zouden worden geschrapt. Bezuinigen doe je door in eigen vlees te snijden, maar dat zien we niet terug in het aantal formatieplaatsen. In de paragraaf bedrijfsvoering is echter aangegeven dat het aantal formatieplaatsen met 15,6 fte is gedaald. We kunnen een en ander niet met elkaar rijmen. Overigens is het formatiegetal opgebouwd uit vaste medewerkers, tijdelijke contracten en externe inhuur.

De totale personeelskosten zijn EUR 72 miljoen, waarvan circa 20% inhuur. De kosten van vast personeel dalen terwijl die van inhuur personeel stijgen. De gemeente roemt het werken met een flexibele schil; de ingezette organisatieontwikkeling realiseert een kleinere vaste kernformatie aangevuld met een flexibele tijdelijke formatie voor projecten en tijdelijke activiteiten. Begrijpelijk maar nou niet bepaald het model waarvan PvdA-minister voor sociale zaken en werkgelegenheid Lodewijk Asscher droomt. Die tikte onlangs ING stevig op de vingers.

Doorpakken en bezuinigen

In de ‘Monitor Doorpakken’ is de stand van zaken van het bezuinigingsprogramma Doorpakken 2011-2017 van ruim EUR 20 miljoen aangegeven. De stoplichten bij de circa 50 maatregelen staan bijna allemaal op groen. Het gaat fantastisch: de realisatie verloopt volgens plan. Maar het kan ook haast niet anders, want zie maar eens naar de aard van de maatregelen. Op een aantal echte bezuinigingen en besparingen na, gaat het vooral over lastenverzwaringen, administratieve handigheidjes en domme dingen die het plezier en de betrokkenheid van burgers bederven.

Voorbeelden te over: verhoging rioolbelasting (uiteraard meteen in 2011 gerealiseerd), verhoging parkeeropbrengsten, schrappen stelpost toekomstige tegenvallers, verlenging afschrijvingstermijnen, balanssanering, beperking wijkpanelbudgetten, sluiting Parnas, etc. Zo kunnen wij ook wel bezuinigen. Voor de dames en heren politici van Leeuwarden nog een keer de definitie van bezuinigen: minder geld uitgeven door

  • te snijden in eigen vlees,
  • onzinnige ‘investeringen’ na te laten (Europa – Thea Koster-plein, openbare bibliotheek, poppodium Neushoorn, parkeerkelder Oosterstraat, stationskwartier etc.) en
  • zeer kritisch en terughoudend te zijn met uitkeringen en subsidies aan burgers, instellingen en bedrijven.

Door deze maatregelen te nemen zou je er ook voor kunnen kiezen de beurs van inwoners en ondernemers te spekken en bijvoorbeeld wél te investeren in openbaar groen.

Opmerkelijk is de wel echt besparende maatregel 14 ‘politiek bestuur’: EUR 100.000 door verlaging van het aantal wethouders van 5 naar 4. Deze zou in 2011 al gerealiseerd zijn maar inmiddels is de formatie van B&W opgelopen naar 6,6 fte. Nou niet zeggen dat de integratie van Boarnsterhim daaraan debet is want we gingen toch herindelen om het bestuur effectiever en efficiënter te maken? We hebben 6,6 bestuurders en zeg nou zelf, een aantal zoals Rotterdam heeft!

Gratis geld

Er is een hele waslijst opgenomen van de verstrekte subsidies. Jammer dat er geen doorlopende nummering is aangebracht (we schatten ongeveer 200 subsidies), er ontbreekt een totaaltelling. Er zijn er niet vergelijkende cijfers over 2013 opgenomen. Iedereen moet zelf maar een oordeel vellen over nut en noodzaak van al deze subsidies. Wij vragen ons wel af hoe gegarandeerd is dat het overzicht volledig is. Overigens viel ons begerig oog op de ‘Nacht van de liefde’ van het Centrum Tûmba voor EUR 5.000. Wat wil je nog meer: liefde in de nacht en ook nog geld toe.

Incidentele baten en lasten

Ook is er een overzicht van incidentele baten en lasten. We kunnen het niet meteen passen in het totaalplaatje maar nemen aan dat het overzicht is afgezet tegen de begroting 2014. Er worden ongeveer 100 tegenvallers/incidentele lasten gerapporteerd terwijl er maar 6 meevallers/incidentele baten zijn. Hoe kan dit? Zijn het bij de gemeente zulke zwartkijkers, ziet men te weinig naar de opbrengsten of is het begroten lastig? Zo waar ontdekken we wel meteen de realiteit rondom bezuinigingsmaatregel 14 (zie hiervoor). Er zijn in 2014 EUR 290.000 extra kosten in verband uitbreiding college van B&W. Daar gaan we: we bezuinigen eerst EUR 100.000 en geven vervolgens EUR 290.000 extra uit: ‘Penny wise, pound foolish’

En, alles overwegende, waarom moest die stadsbeiaardier eigenlijk weg?

Financiën

Geef een antwoord