Commissaris Brok gevraagd om actie wegens verwaarlozing taken gemeente Leeuwarden

Foto: Simon van der Woude

(tekst: brief Jorna aan commissaris Brok)

G.C.M. Jorna MBA

Aan

de Commissaris van de Koning in Fryslân

de heer drs. A.A.M. Brok,

Postbus 20120

8900 HM Leeuwarden

Onderwerp:

verzoek om te onderzoeken of binnen de beleidskaders van het Interbestuurlijk Toezicht gronden bestaan voor indeplaatsstelling bij taakverwaarlozing door het gemeentebestuur van Leeuwarden nu de gemeenteraad van Leeuwarden geen onderzoek doet naar aanleiding van de klacht d.d. 2 januari 2022 tegen de burgemeester en griffier wegens vooringenomenheid, onzorgvuldigheid en misleiding in het integriteitsonderzoek tegen het voormalig raadslid van Lijst058, mevrouw S.M. Boxman.

Leeuwarden, 22 februari 2022

Geachte heer Brok,

Volgens de brief van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan de Voorzitter van de Tweede Kamer van 19 maart 2018, betreffende de versterking van de integriteit in het lokale bestuur en de aanpak van aanhoudende problemen bij gemeenten, speelt u als rijksorgaan een belangrijke rol in het signaleren en aanpakken van integriteitskwesties en aanhoudende bestuurlijke kwesties.

U wordt, conform artikel 182, eerste lid onder c van de Provinciewet, als ambtsdrager met gezag en distantie tot de betrokken partijen, geacht te adviseren en bemiddelen als de bestuurlijke integriteit van een gemeente in het geding is.

Ook bent u conform artikel 7b van de Ambtsinstructie commissaris van de Koning gehouden de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties te informeren bij verstoorde bestuurlijke verhoudingen in een gemeente en wanneer de bestuurlijke integriteit van een gemeente in het geding is.

U dient de minister te informeren over de maatregelen die u ter zake neemt.

Met het oog op uw verantwoordelijkheid voor het bevorderen van de bestuurlijke integriteit in ook de gemeente Leeuwarden en het houden van toezicht op het functioneren van de burgemeester, heb ik u, in aansluiting op eerder toegezonden informatie, op 3 januari 2022 geïnformeerd over de klacht die ik op 2 januari 2022 heb ingediend bij de gemeenteraad van Leeuwarden tegen de burgemeester en de raadsgriffier van de gemeente Leeuwarden, in het volste vertrouwen dat ik u daarmee een dienst heb bewezen.

Ik heb inmiddels kunnen bewijzen, dat het integriteitsonderzoek tegen mevrouw Boxman onterecht was en aantoonbaar vooringenomen en onzorgvuldig is uitgevoerd.

Wat daarbij zwaar weegt is dat de heer Buma mevrouw Boxman het recht op wederhoor heeft onthouden alvorens hij zijn onterechte en suggestieve conclusies uit het onderzoek van Capra Advocaten aan de pers heeft gezonden en dat hij haar daarmee aan de openbare schandpaal heeft genageld.

Dat is des te ernstiger omdat het onderzoeksrapport van Capra Advocaten mevrouw Boxman heeft vrijgepleit van een integriteitsschending.

De heer Buma heeft vervolgens de gemeenteraad voorgelogen en misleid en heeft zich vervolgens bij voortduring onttrokken aan een openbare verantwoording van zijn handelen als portefeuillehouder integriteit.

Inmiddels heeft de gemeenteraad van Leeuwarden, onder voorzitterschap van de burgemeester (tegen wie de klacht was gericht) in de raadsvergadering van 16 februari 2022, op een onder de verantwoordelijkheid van de griffier (tegen wie de klacht eveneens was gericht) opgesteld voorstel, besloten de klacht niet in behandeling te nemen (bijgevoegd).

De gebeurtenis zou meer dan een jaar geleden hebben plaatsgevonden en volgens het raadsvoorstel is een bestuursorgaan op grond van artikel 9:8 lid 1 sub b van de Algemene wet bestuursrecht niet verplicht een klacht in behandeling te nemen als die betrekking heeft op een gebeurtenis die langer dan een jaar voor de indiening heeft plaatsgevonden.

Weliswaar is geen sprake van en verplichting tot onderzoek maar de raad kan en mag anders besluiten.

Eerder heeft de gemeenteraad besloten een klacht tegen de burgemeester en de griffier wegens vooringenomenheid, onzorgvuldigheid en het schenden van de geheimhoudingsplicht, niet te onderzoeken. Deze klacht van 22 september 2020 is in uw bezit. Daarin valt onder meer te lezen dat een behandeling van de klacht niet nodig werd gevonden omdat “de raad zich reeds een zelfstandig oordeel heeft gevormd over zowel de inhoudelijke als de procedurele aspecten van het integriteitsonderzoek. Het onderzoek van uw klachten – voor zover elke vermeende door u benoemde onbehoorlijke gedraging al klachtwaardig is (Sic!) – betekent eigenlijk dat aspecten die onderdeel zijn geweest of hadden kunnen zijn van de oordeelsvorming van de raad opnieuw aan de orde komen. Dat vinden wij niet nodig”.

De zogenaamde oordeelsvorming zou hebben plaatsgevonden in de raadsvergadering van 26 februari 2020. Inmiddels weet ook u, dat die vergadering onder leiding van de heer Buma is ontaard in een ordinaire afrekening met mevrouw Boxman omdat zij kritiek had geuit op handelwijze van de burgemeester en de griffier. In die vergadering is met geen woord gerept over de inhoudelijke en procedurele aspecten van het integriteitsonderzoek zoals blijkt uit de woordelijke transcriptie van die vergadering die ook in uw bezit is.

Uit het raadsvoorstel van de griffie voor de afdoening van de klacht van 22 januari 2022 blijkt dat de griffier ook andere argumenten heeft aangedragen om te voorkomen dat de klacht in behandeling zou worden genomen.

Bij de klacht waren een geluidsfragment en een letterlijke transcriptie gevoegd van het gesprek van 10 oktober 2019 tussen de burgemeester, de griffier en mevrouw Boxman, het zogenaamde vooronderzoek. De geluidsopname levert het bewijs dat het onderzoek vooringenomen en onzorgvuldig is geweest en dat de burgemeester niet alleen de onderzoekster van Capra Advocaten heeft voorgelogen maar ook de gemeenteraad.

De argumenten dat de geluidsopname zonder de toestemming van de burgemeester en is gemaakt en er geen toestemming is om deze te delen en openbaar te maken, dat van het betrokken raadslid geen bericht hierover was ontvangen en dat zij het oorspronkelijke verslag had ondertekend, zijn oneigenlijk en pervers, gegeven de inmiddels bekende en bewezen feiten over de misdragingen van burgemeester en griffier.

Het lijkt een uiterste poging van de griffier om het deksel van de doofpot gesloten te houden teneinde de burgemeester en zichzelf te vrijwaren van een onderzoek naar hun gedragingen.

De gemeenteraad van Leeuwarden heeft zich opnieuw door de burgemeester en griffier in de luren laten leggen en accepteert dat die, als veroorzakers van schade aan de gemeentelijke democratie in het algemeen en aan de eer en goede naam van een democratisch gekozen raadslid in het bijzonder, hun verantwoordelijkheid menen te kunnen ontlopen.

Het illustreert niet alleen de verziekte bestuurscultuur in Leeuwarden maar ook de dreigende teloorgang van de gemeentelijke democratie.

De gemeenteraad van Leeuwarden is met het besluit mijn klacht van 2 januari 2022 niet in behandeling te nemen, opnieuw in gebreke gebleven waar het gaat om het toezicht op de uitvoering van het gemeentelijk integriteitsbeleid door de burgemeester.

Naar mijn mening dringt het vermoeden van taakverwaarlozing zich op.

Verwijzend naar het voor de Provincie Fryslân geldende Algemeen beleidskader indeplaatsstelling bij taakverwaarlozing en het Algemeen beleidskader schorsing en vernietiging, verzoek ik u om aan de hand van de bestuurlijke interventieladder te onderzoeken of binnen de beleidskaders van het Interbestuurlijk Toezicht gronden bestaan voor indeplaatsstelling bij taakverwaarlozing door het gemeentebestuur van Leeuwarden.

Hoogachtend,

G.C.M. Jorna

Bijgevoegd: raadsvoorstel en conceptbrief afdoening klacht.

Afschrift aan:

De gemeenteraad van Leeuwarden;

de heer S. van Haersma Buma, burgemeester van Leeuwarden.

Lees ook: Ambtenaren bepalen lot raadslid Selo Boxman