‘Stop met dat geouwehoer over dat we moeten samenleven’ – Een overtuigender Leeuwarder CDA zou welkom zijn

Stadhuis - Blanke Ruim

Het zogenaamde ‘blanke ruim’ in het Leeuwarder Stadhuis. Screenshot uit een virtuele tour door het stadhuis (HCL).

‘Stop met dat geouwehoer over dat we moeten samenleven’ (Hoogleraar Willem Trommel (VU))

Wat gaat het CDA-Leeuwarden hiermee doen?

Een overtuigender Leeuwarder CDA zou welkom zijn

 (Ingezonden)

Binnenkort mogen we in Leeuwarden een CDA-er als burgemeester verwelkomen: Sybrand Buma. Zijn antecedenten zijn niet ongunstig. Wat ik  zeer gewaardeerd heb in zijn periode als aanvoerder van het CDA in  de Tweede Kamer – toen nog in de oppositie – was zijn weigering om mee te doen aan  allerlei schimmige overeenkomsten tussen regering en oppositiepartijen. D66 was daar – onder leiding van Pechtold een meester in. Dan zat de regering weer eens in problemen en dan gingen oppositiepartijen ingewikkelde akkoorden sluiten. De regering kon weer door. Rutte lachte zich te barsten. Buma weigerde pertinent hieraan mee te werken. Ook om de politieke verhoudingen zuiver te houden. Zo’n man kan Leeuwarden gebruiken.

Friesland en Leeuwarden zitten momenteel in een vreemde politieke fase. Geheel ten onrechte is de indruk gewekt dat de Culturele Hoofdstad de laatste redding van Friesland zou zijn. Daar hebben we het nu verder niet over, maar de CDA-er Sander de Rouwe zette indertijd als gedeputeerde terecht Jannewietske de Vries (PvdA) met beide beentjes  op de grond. Als burgemeester van Súd-West staat ze daar ook weer, dankzij weerbare burgers. Of het allemaal goed is doorgedrongen tot zijn mede-gedeputeerde Sietske Poepjes (CDA) is een hele grote vraag. Nuchterheid lijkt niet haar grootste verdienste. Het vreemde gedoe over de ’legacy’ – wie is daar in geïnteresseerd? Voornamelijk quasi-bevlogen journalisten van de LC. Doorzichtige benoemingen in provinciale functies (Sjoerd Bootsma) geven blijk van onvoldoend besef wat betreft vereiste zorgvuldigheid. De LC zwijgt daarin voort, onvoorstelbaar voor zo’n krant. Gedeputeerde Poepjes laat zich heel  eenzijdig adviseren vanuit het geloof in “festivals” – een concept dat inmiddels alweer op zijn retour is geraakt. Maar ook daar wil ik het nu niet over hebben.

Willem Trommel

Vanwege de hittegolf houd ik het hier nu bij enkele citaten uit het werk van Willem Trommel, een hoogleraar aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Zijn inzichten zouden van veel waarde kunnen zijn bij het debat in Leeuwarden over de noodlijdende jeugdzorg, WMO, en participatiebugetten. En ook over veel ander onderwerpen. Trommel waarschuwt al lang tegen de “gulzige overheid”. Een overheid die zich steeds meer tegoed doet aan het persoonlijk leven van burgers. Het is toch bizar dat de politiek zegt dat een grote groep mensen niet weet hoe ze moeten leven.

Trommel kwam met zijn inzichten circa 2010. Al ver voor de decentralisaties van jeugdzorg, WMO en participatie (arbeidsmarkt) naar gemeenten. Onbegrijpelijk dat relevante inzichten als deze nooit in de beschouwingen zijn betrokken.

Trommel viel al vroeg de toenmalige goeroe Jos van der Lans (gelieerd aan Groen Links, als we goed zijn geïnformeerd) aan, die dacht het nieuwe welzijnsbeleid te hebben uitgevonden. “Er op af” was een van de leuzen. Jos van der Lans viel in zwijm voor het “Leeuwarder model’, gepaard aan een liefdesverklaring aan Nynke Andringa, eerder boegbeeld van Amaryllis, later afgehaakt, zonder ooit de aan het publiek verschuldigde verklaring – zij was ook PvdA-bestuurder – te hebben afgelegd. Het – zoals bleek – onbezonnen Amaryllis-avontuur leverde de gemeente Leeuwarden veel financiële schade op. Via dit Leeuwarder model slaagde Leeuwarden er in in de top te staan van de financieel het meest door de decentralisaties ontwrichte gemeentes te zijn. De gemeente deed jarenlang alsof het nog wel goed zou komen. Dat was niet het geval. Artikel twaalf dreigde. Sindsdien is het rijk de boosdoener, waarmee eerder Leeuwarder bestuurders als Marco Florijn (PvdA) plechtige overeenkomsten – inclusief de bezuinigingen – sloten.

Ik dwaal enigszins af.

Willem Trommel:

“Ik denk dat je moet kijken (…) Naar de vraag of interventies een vernederend effect hebben of verheffen”.

 “Respect, zelfrespect (…) En dat is glad ijs. (…) Laat je iemand in haar waarde als moeder of moet je haar de arbeidsmarkt op schoppen?”

“Maar intussen gaan we er vanuit dat alle mensen calculerende burgers zijn die erop uit zijn misbruik te maken van het systeem. (…) Je moet ook weer niet doen alsof de bijstand een basisuitkering is maar iets meer ontspannenheid mag wel.”

Over obesitas : “Het is toch bizar dat de politiek zegt dat een grote groep mensen niet weet hoe ze moet leven? Dat het parlement dat kan bepalen?

 Over ‘nudging’ (soort van manipulatietechnieken, ook beschikbaar voor overheden):

“Dat nudgen is een combinatie van politiek en wetenschap: gebaseerd op kansen en risico’s wordt het leven gedefinieerd als een optelsom van risico’s. Ik vind dat zelf onprettig, het druist in tegen de romantiek van het leven, het is hyperrationalistisch, allemaal gebaseerd op beheersbaarheid, op governmentality.”

 De WMO: (n.b. dit is van ver voor de decentralisatie, ca. 2010, maar daarom niet minder relevant, inz.): “Ook als er nu een heel scherp rapport op tafel zou komen, dat duidelijk maakt dat het allemaal  onzin is en het niet werkt (…) Dan zal dat allemaal niet zomaar gebeuren. Er zijn structuren bedacht om die WMO vorm te geven, gemeenten zijn er mee bezig (…) Er is een heel circus opgetuigd,. Het is de dwingende kracht van de feiten.”

 Wijkaanpak: “(…) Wat zegt dat over die wijk. Er wordt een probleemaccumulatie gecreëerd: het opleidingsniveau blijft natuurlijk achter, de werkloosheid is boven het gemiddelde (…) En  dan opeens wordt er gezegd: jullie zijn problematisch.’ ‘En dan krijgen we “achter de voordeur”- beleid, interventieteams, (…)”

Het is uit het Leeuwarder gemeenteleven gegrepen.

De verwijzingen naar, en citaten van Willem Trommel, zijn ontleend aan de publicatie “Stop met dat geouwehoer over hoe we moeten samenleven” in Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken, No 9/ sept. 2010.

Leeuwarder CDA

Indien u er prijs op stelt, wil ik aan dit onderwerp wel meer aandacht schenken. In verband met te verwachten toename van de invloed van het CDA op het gemeentelijk beleid, met de komst van burgemeester Buma, zou ik u adviseren een reactie op bovenstaand stellingen van Trommel te vragen aan de CDA-fractie in de Leeuwarder raad. Het heeft zijn uitvallen, maar veelal blijft het CDA in Leeuwarden nogal terughoudend in de eigen hoek van de ring. Tegenover of naast  het ‘orakel van Warga’ (alzo Gijs Jacobse  (Gemeentebelangen) lovend over Lutz Jacobi (PvdA), haar  welhaast oppositionele, met name in de richting van de dwalende PAL/Groen Links–wethouder Van Gelder – prijzend, zou een overtuigender CDA welkom zijn.

Soms lijkt dat er enigszins op. Bijvoorbeeld in financiële kwesties. Maar het CDA zal daar nog consequenter en harder in moeten zijn. En de fractieleider van het CDA moet in het oog houden – al is in de Leeuwarder raad éénoog al gauw koning – niet te triomfantelijk te gaan doen. We houden van historische terugblikken. Maar Brouwer moet als historicus niet gaan beweren dat Columbus de Blokhuispoort heeft doen bouwen. Of daaromtrent; Brouwer zal het zich nog wel herinneren. Het gaat om de details, zoals Johan Cruijff al zei. Daarnaast zou  een wat minder stereotiep en  overtuigender optreden van diverse fractieleden van het CDA niet misstaan.

Al met al kan een tijdperk Buma voor Leeuwarden interessante nieuwe mogelijkheden bieden. Een realistischer benadering van financiën en beleid – de voormalige raadsgriffier Boudewijn Fransen noemde bij zijn afscheid vooral als gebrek van de gemeente Leeuwarden het onvermogen tot goede evaluaties van beleid – moet daarbij de eerste leidraad zijn.

Met vriendelijke groeten,

Laarmans