Het gemeentefonds: Leeuwarden gekort. Hoe kon dit gebeuren? – Calimero in Friesland
Het gemeentefonds: Leeuwarden gekort. Hoe kon dit gebeuren?
(Van onze afdeling research)
Een eenvoudig burger raakt makkelijk de weg kwijt in het land der overheden.
Zo zitten we op dit moment met luid alarmgeroep over de herijking van het gemeentefonds. Groningen en Friesland zijn ontevreden over de recente voorstellen van minister Ollongren (D66) van Binnenlandse Zaken daarover. Die voorstellen stuurde de minister onlangs voor advies naar de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB). Het voorlopige verdeelvoorstel doet Ollongren samen met de staatssecretaris van Financiën.Samen zijn deze bewindspersonen fondsbeheerder. Er wordt al lang gestudeerd op een nieuwe verdelingssystematiek. Van jaar op jaar worden echte besluiten weer uitgesteld. Minister Ollongren verschoof de datum nu naar 2023. Een nieuw kabinet mag er straks mee aan de slag.
Het Friese alarm over de dreigende kortingen klinkt tamelijk schril. Uitleg hoe het proces tot nog toe is verlopen is summier. De verwachtingen waren anders dan het voorliggende resultaat. Welke inschattingsfouten zijn er gemaakt? En hoe kon dat? De gemeenten zullen met betere verklaringen moeten komen.
Minister kietelt Friesland en Groningen al eventjes
De minister schrijft in haar brief met nadruk dat er gemeenten zijn met forse nadelige effecten. “In het bijzonder geldt dit voor gemeenten in Friesland en Groningen…. De fondsbeheerders (= minister en staatssecretaris, red.) overwegen een uitzondering voor deze gemeenten te maken … als het niet in de rede ligt dat gemeenten de effecten zelf kunnen opvangen.”
In de reacties valt het op dat Friesland en Groningen veel gehuil laten horen, maar nog weinig concreet aangeven waarom voor hen als getroffen gemeenten een uitzondering moet worden gemaakt. En de minister wijst ze toch met nadruk die weg Het blijft bij algemene uitspraken. De gemeenten hebben naar eigen zeggen het toch al moeilijk, het platteland kent bijzondere kosten, het sociaal domein is een last. Geluiden die in de diverse provincies en gemeenten allemaal op dezelfde manier zijn te houden. Maar de argumentatie blinkt nog niet uit door helderheid. De gemeenten zullen aan moeten tonen waarom ze de effecten zelf niet kunnen dragen – zo wijst de minister hun de weg. De duivel zit in de details. Maar voor de gemeenten (Leeuwarden als centrumgemeente in de eerste plaats) is er veel werk aan de winkel.
De Vereniging Friese Gemeenten (VFG) – met als woordvoerder burgemeester Stoel van Ameland, een gemeente die zelf overigens voordeel heeft van het nieuwste model – is nog weinig concreet geworden.“Het is een technisch verhaal“, zegt Stoel in de media. Hij vermoedt dat gemeenten in het Noorden “hogere lasten hebben, onder meer in het sociaal domein, en inkomsten uit de ozb gebruiken om hun hogere lasten te dekken. Misschien is het zo. Maar het zou overtuigender zijn als de VFG een en ander eens glashelder met gedegen cijfermatige onderbouwing uiteenzette. Waarbij dan ook de vraag op tafel komt of gemeenten zelf genoeg gedaan hebben – een adequaat beleid hebben gevoerd – om bijvoorbeeld de kosten in het sociaal domein naar behoren te verminderen. Daarover sloten immers VNG en het rijk, toen de decentralisaties begonnen een overeenkomst.
De gemeenten stonden dichter bij de burger en zouden via preventie en innovaties het varkentje wel wassen. Dat was bijvoorbeeld in de gemeente Leeuwarden onder aanvoering van wethouders van de PvdA enkele jarenlang te beluisteren. Want Leeuwarden beschikte over een “Leeuwarder model”, dat ten voorbeeld stond aan heel Nederland. Het illustere Amaryllis-verhaal. Leeuwarden kwam van een koude kermis thuis. De pijn werd verlicht door een donatie van twintig miljoen uit een noodfonds jeugdzorg van de rijksoverheid. Leeuwarden stond bovenaan in de lijst van via dit fonds bevoordeelde gemeenten.
Vermoedelijk grote inschattingsfouten
De dankbaarheid is niet groot, althans niet bij Eline de Koning. Deze fractievoorzitter van de PvdA in de Leeuwarder gemeenteraad werd sprekend opgevoerd in de Leeuwarder Courant van 5 februari j.l.: “Een klap in het “gezicht” en “De nieuwe verdeling getuigt van randstedelijke arrogantie” – fulmineert de Koning. “We hadden eerder de indruk dat Leeuwarden zou worden ontzien. Als ik erover nadenk, begin ik te shaken.”
De Koning hapt naar adem. Belangwekkender is de vraag waarop De Koning haar vermoeden baseerde dat Leeuwarden zou worden ontzien. Welke informatie had zij daarover? Van wie was die informatie afkomstig en wat ging er dan toch fout? Als voorzitter van de grootste fractie in Leeuwarden moet De Koning daar toch duidelijkheid over kunnen geven. De Leeuwarder wethouder van financiën (Kuiken en voorganger Feitsma) zullen toch zeer nauw bij overleg tussen gemeenten en ministeries betrokken zijn geweest. Waar is hun uitleg?
Algemener gesteld: welke lobby voerden de Friese gemeenten, en de gemeente Leeuwarden in het bijzonder, rond dit dossier (herijking gemeentefonds) tot nu toe? Belangwekkend voor de burger om te weten. Tenslotte zijn in 2022 al weer gemeenteraadsverkiezingen.
Hoe effectief opereerde Leeuwarden, wie deed wat, en met welk resultaat. Het lijkt er voorlopig op dat er grote inschattingsfouten zijn gemaakt.
Eline de Koning rept van randstedelijke arrogantie. Een vreemde slag in de lucht. Immers, overal valt te lezen dat de vier grote steden (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht) ook bij de minister op de stoep staan. De nieuwe verdeling treft juist deze randstedelijke gemeenten in sterke mate. Alleen Utrecht heeft een plusje. Gezamenlijk lijden deze G4 een verlies van structureel 142 miljoen. Het slechtst staat Den Haag er voor: een teruggang van € 115 per inwoner.
Friesland laat in vergelijking een gematigder beeld zien. Een aantal gemeenten gaat er op vooruit. Tien gemeenten ontvangen minder dan in het huidige systeem. Achtkarspelen krijgt € 90 per inwoner minder, Smallingerland duikt met € 52 naar beneden en Leeuwarden is het haasje met een teruggang van €40 per inwoner.
Johan Feenstra schiet Eline de Koning te hulp
De aangeslagen Eline de Koning kreeg zaterdag j.l. hulp van Johan Feenstra in een betoog in het Friesch Dagblad. Feenstra is fractievoorzitter van de PvdA in Súdwest-Fryslân, en behoort daarmee zelf tot de groep van gespaarde broeders en zusters. Maar Súdwest is solidair met de benadeelden, waaronder Leeuwarden. Feenstra werkt zelf bij die laatste gemeente als hoge ambtenaar, belast met financiële zaken, waaronder het rijksbeleid en de toedeling van middelen aan gemeenten. Een mooie combinatie van functies, die veel kennis van zaken verschaft. Hij weet van de hoed en de rand. Een uitgelezen positie om met nuchtere onderbouwing (waar deugt het nieuwe model niet, welke factoren veroorzaken de verslechteringen vergeleken met het huidige model etc.) het ongelijk van de minister aan te tonen. Dat gebeurt helaas niet. Het blijft bij beweringen, zoals: ‘het is niet eerlijk om Friese gemeenten verder het financiële moeras in te duwen’.
Feenstra spreekt bijvoorbeeld ook over ‘klakkeloze efficiencykortingen’ die Den Haag heeft doorgevoerd ten aanzien van WMO en Jeugdzorg. Hierboven brachten we in herinnering dat de gemeenten zelf destijds tekenden voor kortingen bij de decentralisaties. Zij konden het met minder geld voor elkaar krijgen. Dat zeiden ze zelf. Gemeenten hebben onderschat wat het betekende. Nu eenzijdig de rijksoverheid de schuld geven is veel te makkelijk. De minister vraagt ook om bewijzen. De inwoners willen die ook wel eens op papier zien.
Hoe verliep de lobby: het voorbeeld van de G4
De gemeente Den Haag schreef al op 4 februari een forse brief aan minister Ollongren waarin bezwaar wordt gemaakt tegen het nieuwe model. Interessant in deze brief is de schets die wordt gegeven van het inmiddels doorlopen proces. Het is een schets van de G4 als partij in het proces dat leidde tot de voorlopige ministeriële voorstellen.
De G4 namen van het begin af aan deel aan besprekingen over divers onderzoek dat zich richtte op een betere verdeling van het gemeentefonds. Daar zijn de nodige sessies aan gewijd. De onderzoeken werden begin 2020 afgerond. De G4 kwamen er goed uit. Den Haag noteerde alvast een meevaller in de begroting van € 12 miljoen. Te vroeg gejuicht. Dat erkent Den Haag volmondig.
De fondsbeheerders (minister en staatssecretaris) – zo schrijft de gemeente Den Haag – vonden plotseling nader onderzoek gewenst. Het ministerie informeerde de gemeente den Haag hierover slechts beperkt en ging niet nader in op verschillen met eerder onderzoek. Er bleef onduidelijkheid bestaan over de onderzoeksmethoden, maar het overleg tussen G4 en ministerie verloopt constructief. Zo lezen we. Er moeten toch ook harde noten zijn gekraakt. Tussen G4 en minister wordt onder meer afgesproken dat vragen en keuzes over de onderzoeken worden meegenomen in de adviesaanvraag aan de ROB.
De G4 laten tegelijk het econometrisch onderzoeksbureau Panteia een contra-expertise doen. Die ‘second opinion’ bevestigt de veronderstelling dat de onderzoeksmethode de G4 benadeelt.
Wat ging er mis in de Friese en Leeuwarder lobby?
De genoemde brief geeft een inkijk in de werkwijze van de G4. Het zou heel wenselijk zijn als in Friesland via de VFG, en via de centrumgemeente Leeuwarden een vergelijkbare schets beschikbaar kwam met gegevens over het verloop van de lobby. Uit de woorden van mevrouw De Koning blijkt dat Leeuwarden eerst goede verwachtingen had. Datzelfde was ook het geval met de G4. En toen is van alles in het onderzoek bijgesteld. Heeft Leeuwarden hier naar de raad toe melding van gemaakt? De gemeenteraden, en de kiezers, hebben behoefte aan meer inzicht in de activiteiten van burgemeesters en wethouders op dit vlak en de resultaten van hun inspanningen. Hoe participeerde Leeuwarden in overleg dat – zo blijkt – al langer loopt met de ministeries?
De publiciteit in Friesland rond de herijking gemeentefonds is nog teveel emotioneel van aard. “Het is niet eerlijk”. De minister erkent dat min of meer al in haar brief. Maar daarmee alleen is nog niets gerepareerd. En het ‘tegenbewijs‘ zullen de gemeenten moeten leveren. De G4 blijken de contra-expertise al lang klaar te hebben. Hoe zit dat met de VFG en Leeuwarden?
De Friese gemeenten doen er goed aan meer energie te steken in analyse en cijfermatige onderbouwing. Voor het publiek moeten de verhalen beter onderbouwd en overtuigender over het voetlicht worden gebracht. Kretologie is niet voldoende. Eigen gemeentelijke fouten moeten ook op tafel zodat de discussie correct kan worden gevoerd.