Gemeente trekt boetekleed aan na behandeling hondeneigenaar Ton Lelie
‘Meneer. U bent in overtreding!’
De gemeente Leeuwarden heeft haar excuses aangeboden voor de behandeling die een van haar burgers door verschillende ambtenaren ten deel is gevallen. ‘Wij zullen wat betreft een aantal zaken het boetekleed moeten aantrekken.’ Dit verhaal gaat over waartoe een wandeling met de bejaarde hond Jessie in de gemeente Leeuwarden kan leiden.
In een kleine kamer van het gebouw van Stadstoezicht – de gemeentelijke dienst die taken uitvoert die tot voorkort aan de politie toebehoorden – aan de Groeneweg bij de Prinsentuin in Leeuwarden zit Ton Lelie aan het hoofd van de tafel. Links van hem zitten Kees Maat en Martin Koning. Kees Maat is juridisch adviseur en gemeentelijk coördinator van de Wet Openbaar Bestuur (WOB). Maat is een in Leeuwarden qua uiterlijke verschijning een bekend stadsfiguur. Qua kleding lijkt de jurist weggelopen uit een toneelstuk van Dickens. Maat zal tijdens de anderhalfuurdurende bijeenkomst kort en zakelijk het woord voeren. Martin Koning is de man die van wanten weet, zijn manschappen kent en ook weet dat niet alles volgens regels verloopt. Hij zit in zijn zwart-gele politie-uniform aan tafel. Rechts van Ton Lelie zit Anne Schurer, juridisch beleidsadviseur van team Eenheid Stadstoezicht. Schurer is een modern ogende ambtenaar. Hij leidt het gesprek die middag in juli.
Jessie
Het conflict, waarvan de mannen aan de tafel al schriftelijk kennis hebben genomen, is snel verteld. Ton Lelie liep op 13 september vorig jaar, zoals bijna iedere dag, met zijn hond Jessie – een dertien jaar oude Duitse langharige staander – onaangelijnd over het Schapendijkje ter hoogte van de algemene begraafplaats. Er was niemand in de buurt toen de rust wreed werd verstoord door een, wat even later bleek, auto met inzittenden van de gemeente Leeuwarden. ‘Meneer, u bent in overtreding.’ De vijf woorden werden op niet mis te verstane wijze, luid van toon, de Leeuwarder hondeneigenaar toegeschreeuwd. ‘Ik wist niet wat me overkwam. Daarna volgde: “Zal ik mij even legitimeren?” Er werd met een pasje voor mijn neus gewapperd waaruit ik moest afleiden dat hierop de gegevens van de man die schreeuwde stonden.’ De tweede persoon bleef al die tijd op afstand en zei niets. Het leek erop dat de schreeuwende ambtenaar als model diende voor zijn collega.
Onkreukbaar
Ton Lelie, zo op het oog behorend tot de groep meest onkreukbare Leeuwarders, wilde van de Stadstoezichthouders direct aannemen dat hij in overtreding was. Jessie schuifelde onaangelijnd met hem langs de begraafplaats, net zoals de dag ervoor en de dagen daarvoor. ‘Ik loop al dertien jaar met onze hond in het losloopgebied. Later is die gebiedsaanduiding gewijzigd, maar daar heb ik nooit meer naar omgekeken. Ik wist op dat moment niet dat dat hier niet mocht, maar als dat zo is, dan maak ik daar verder geen drukte over. Als je in overtreding bent en je wordt aangehouden dan moet je de consequenties aanvaarden.’ Waar Lelie zich wel druk om maakt is de bejegening door de Stadstoezichthouder. Die bejegening werd door hem als onfatsoenlijk beschouwd en disproportioneel. Ook bij het opmaken van het proces-verbaal van de overtreding moest Lelie herstellend optreden.’ “Wat is uw verklaring van uw overtreding”, werd mij gevraagd. Daar heb ik op geantwoord met een wellicht lang betoog over wat ik vond. “Dus het komt door uw hond die dertien jaar oud is?” Nee, daar komt het niet door, moest ik duidelijk maken. Als die confrontatie op een correcte wijze was gebeurd, dan had ik mij hierbij neergelegd. Het was een en al powerplay en intimidatie.’
Losloopgebieden
Nu alles even anders liep en Lelie op een onbehoorlijke wijze werd benaderd, ging de gepensioneerde luchtmachtmedewerker uit op onderzoek. Was hij met de loslopende Jessie wel in overtreding toen hij op het Schapedijkje liep? De website van de gemeente Leeuwarden verschafte snel duidelijkheid over het aantal losloopgebieden, hoe deze zijn te herkennen en hoe de regels in elkaar steken. ‘Het blijkt een sterk verouderde kaart te zijn die op het internet staat. De kaart is gewoon niet bijgehouden. Er staat in onze wijk Westeinde zelfs een losloopgebied ingetekend waar al jaren een gebouw op staat.’ Een nauwlettende wandeling door zijn wijk leverde nog meer onvolkomenheden op. Er was niet één losloopgebied in Westeinde te vinden dat voldeed aan de regels die hiervoor zijn vastgesteld. Dan gaat het om herkenningstekens die aangeven waar het gebied begint en waar het eindigt. Ook verwijzingen naar artikelen van de Algemene Politieverordering (APV) blijken verouderd te zijn of incorrect. ‘Dan wordt verwezen naar bijvoorbeeld artikel 2:27 lid 1 onder a, en als je dan goed kijkt, dan zie je dat die verwijzing niet klopt.’
Nota CJIB
Al snel lag de nota van het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) in de bus. ‘Terwijl ik nog bezig was met het schrijven van een verzetschrift, vooral om het proces-verbaal te bemachtigen, had ik die nota al te pakken.’ Ton Lelie besluit hierop om eens met de gemeente Leeuwarden te bellen. Opnieuw wacht hem een onaangename gebeurtenis. ‘Ik vraag met wie ik spreek, maar dat werd mij niet verteld. Dat kunnen we niet bekendmaken, zo kreeg ik te horen.’ Lelie krijgt het advies om zijn beklag te doen bij de rechtbank aan het Zaailand in Leeuwarden. Daar aangekomen wordt hem verteld dat het loket Leeuwarden al twee jaar geleden is verhuisd naar Groningen. ‘Dat had de gemeente Leeuwarden toch echt moeten weten’, aldus de rechtbankmedewerker.
Ambtenaar 224
Opnieuw stelt Ton Lelie zich in verbinding met de gemeente Leeuwarden om het proces-verbaal van zijn overtreding boven tafel te krijgen. Je zou zo zeggen dat dit met een druk op de knop boven tafel moet zijn te krijgen. Dat valt tegen. Hij weet ook niet naar wie of wat hij kan refereren. Een naam van een ambtenaar wordt aan hem niet bekendgemaakt. ‘Ik had dat pasje moeten pakken en daar eens goed naar moeten kijken.’ Pas na enige moeite krijgt Lelie te horen hoe hij in de buurt van de ambtenaar kan komen. Het is ambtenaar 224 die zijn zaak heeft behandeld.
Kleine jongen
Lelie besluit opnieuw naar het stadskantoor te gaan waar hij hoopt zijn proces-verbaal mee te kunnen krijgen. ‘Daar ontstaat dan ook weer iets geks. De ambtenaar wil wel met de afdeling bellen. Terwijl ik voor de balie sta mag ik mijn vraag aan de baliemedewerker stellen die de vraag van mij dan in de telefoon doorbrieft aan de ambtenaar in een ander kantoor, vice versa. Je staat daar als een kleine jongen je verhaal te vertellen. Niemand wilde de straat oversteken om mij te woord te staan.’ Het proces-verbaal wordt niet gevonden. ‘Dat moet er zijn want ik heb al een strafbeschikking door de brievenbus ontvangen.’ Te lange leste wordt een ambtenaar belast met het opnieuw zoeken naar het proces-verbaal. ‘Die belde mij ’s avonds met de mededeling dat hij niks kon vinden. Dat vond ik in ieder geval correct.’
Bezwaarschriftbijsluiter
Ton Lelie heeft in zijn zoektocht naar zijn proces-verbaal in zeker vier gevallen informatie gekregen die niet correct was, informatie die onvoldoende was en informatie waarbij je je zou kunnen afvragen of er sprake is van obstructie. Hij ontving ook informatie die al in zijn bezit was en waarvan kan worden aangenomen dat de verzender dit wist. Alle schriftelijke informatie ging vergezeld van een bezwaarschriftbijsluiter, je weet tenslotte maar nooit.
Proces-verbaal
Op 2 juni dit jaar ontvangt Ton Lelie van manager Stadstoezicht Van Marrum het document waar hij al maanden naar zoekt. Van Marrum zendt Lelie een geanonimiseerde kopie van zijn proces-verbaal. Het is een nieuwe uitdraai uit het CBJI-systeem, schrijft Van Marrum. Mocht u nog vragen hebben, dan kunt u ons bellen, staat in de brief. Na bestudering van de kopie heeft Ton Lelie inderdaad nog enkele vragen.
Fabricage?
Lelie constateert dat de omschrijving van het gepleegde delict in dusdanig algemene termen is opgesteld dat deze verslaglegging van toepassing kan worden verklaard op vrijwel iedere overtreding. Maar wat hem het meest bevreemdt is dat het proces-verbaal is gedateerd op een tijdstip ver nadat de rekening al bij hem in de bus viel. Hoe kan dat nou? Wordt hier gesjoemeld met bewijsmateriaal? Is hier sprake van fabricage van een proces-verbaal; een doodzonde binnen het justitiële bedrijf?
Mensenwerk
Aan de tafel in het warme kantoor aan de Groeneweg worden nauwelijks vragen gesteld. De ambtenaren kennen het grootste deel van de geschiedenis. Ze krijgen het hier nogmaals voorgeschoteld, live. Ze erkennen dat er op diverse tijdstippen en bij diverse afdelingen fouten zijn gemaakt. Van een gefabriceerd proces-verbaal is volgens Anne Schurer geen sprake. Hij vertelt dat het standaardprocedure is dat met het geven van codes de nota bij het CJIB de deur uit kan. De verbalisant, in dit geval BOA 6039537, maakt nadien het proces-verbaal op. Dat de omschrijving van het gepleegde delict summier is of mogelijk niet geheel overeenkomt met de feiten, à la, het blijft mensenwerk.
Andries Veldman